Inleiding


Het lijkt misschien een klein en onbelangrijk onderdeel van voetbal, maar het kan wedstrijden en zelfs (wereld)kampioenschappen bepalen. Neem nou het penaltysyndroom van het Nederlands elftal. Nederland verloor in acht jaar tijd vier keer een penaltyserie op een EK of WK waardoor het uitgeschakeld werd. De halve finale op het EK in 1992 tegen Denemarken, de kwartfinale op het EK in 1996 tegen Frankrijk, de halve finale op het WK tegen Brazilië en de halve finale op het EK in 2000 tegen Italië.1

Het blijkt dus zo te zijn dat een goede penaltyserie cruciaal kan zijn. Niet alleen bij eindtoernooien zijn penalty's belangrijk, maar ook in competitieduels. In de laatste zes jaar zijn in de Eredivisie ongeveer 80% van alle penalty's raak geschoten.2 Er wordt gemiddeld eens in de vier wedstrijden een penalty gegeven. Dat betekent dat je als team acht keer per seizoen te maken krijgt met een penalty. Dat zijn dus acht wedstrijden die mogelijk beslist kunnen worden door een penalty dan wel te scoren of tegen te houden. Als je je dan bedenkt dat een competitie (vooral in Nederland) vaak met maar een aantal punten verschil wordt gewonnen, snap je waarom penalty's zo belangrijk zijn. Van de laatste 666 penalty's die in de Eredivisie zijn genomen, werd 30% in de linkerbenedenhoek geschoten, 27% in de rechterbenedenhoek en slechts 9% in één van de twee bovenhoeken. Is dit de beste manier om een strafschop te nemen of kan het beter?3


Wij gaan door middel van een computermodel uitzoeken hoe je een penalty het best kan nemen. Daarbij is onze hoofdvraag: Wat is de perfecte penalty? Om een goed model te maken die penalty's kan simuleren, hebben we allereerst gegevens nodig. Dat zijn bijvoorbeeld het reactievermogen van de keeper, de reikwijdte van de keeper, de kracht van het schot en de snelheid van de bal. Die gegevens halen we zowel op een theoretische als op een praktische manier. Als we die gegevens hebben, kunnen we de penalty's gaan simuleren in het computermodel dat we zelf hebben ontworpen.